Belgische bonbons

Bonbons, ook wel pralines genoemd, zijn verleidelijke lekkernijen. Ze worden gemaakt van chocolade. De cacao waarvan men chocolade maakt, zou lustopwekkende eigenschappen bezitten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bonbons zo veelvuldig worden uitgekozen als verwennerij op Valentijnsdag. Een bonbon bestaat uit twee keer het woord bon, wat letterlijk ‘goed’ betekent, maar de Fransen bedoelen er ook vaak ‘lekker’ mee. Het woord twee keer achter elkaar zetten, kan duiden op ‘extra lekker’ of betrekking hebben op de twee zaken waaruit de bonbon bestaat: het chocoladelaagje en de vulling.


Het chocoladelaagje van een bonbon kan uit witte, pure- of melkchocolade bestaan. Je kunt ze vullen met een vloeibare vulling of zachte, gelaagde vulling. De vulling bestaat meestal uit een basis van noten, chocolade of room, maar ook uit andere zaken als noga, marsepein, likeur of gedroogd fruit. Heel bekend zijn de Belgische bonbons van het merk Leonidas en Neuhaus. Het woord praline komt oorspronkelijk uit België en wel uit de hoofdstad Brussel. Belgische bonbons hebben een goede reputatie en de goede kwaliteit van de bonbons is bekend over de hele wereld. Ze moeten voldoen aan strenge fabricageregels. Europese richtlijnen staan vijf procent andere plantaardige veststoffen toe, maar Belgische bonbons die gemaakt worden door ambachtelijke chocolademakers worden in de meeste gevallen desondanks nog altijd gemaakt met honderd procent cacaoboter. De ambachtelijke, handgemaakte bonbons worden luxe bonbons of pralines genoemd.


Jean Neuhaus wordt gezien als de uitvinder van de praline. Hij kwam uit Zwitserland maar woonde in Brussel en had er een banketbakkerij. Zijn vader was apotheker en maakte al jaren snoepjes met medische werking. In 1912 vulde hij chocolade en gaf er de naam praline aan. De praline was echter niet nieuw, want in de 17e eeuw werden er al chocoladebonbons gemaakt door een kok van maarschalk, minister en diplomaat Cesar de Choiseul, Comte de Plessins-Praslin. Men noemde deze traktatie destijds Praline, een afgeleid woord van zijn naam Praslin.


Vind je het leuk om bonbons zelf te maken? Er worden in het land diverse workshops gegeven. Het is een leuk idee om in plaats van (ambachtelijke) bonbons een dergelijke workshop cadeau te doen voor Valentijnsdag. Je zult te maken krijgen met vakjargon als enroberen, tempereren en ganache. Met ganache bedoelt men de vulling van de bonbon. De vulling wordt gemaakt van chocolade, room en overige ingrediënten. De chocolade wordt eerst gesmolten en de room wordt apart aan de kook gebracht. Dan wordt de room bij de chocolade gevoegd. De overige ingrediënten geven er de speciale smaak aan. Het mengsel wordt gekoeld en kan als het stevig genoeg is verder verwerkt worden als vulling. Het laagje wat om de vulling komt, wordt ook wel de schil of de coating van de bonbon genoemd. Het omhullen van de vulling heet ‘enroberen’. Om de bonbon een stevige, glanzende laag te geven, wordt de chocolade voor het omhulsel verhit en met een bewegende techniek teruggekoeld en vervolgens in de vorm gegoten. Deze techniek noemt men ‘tempereren’. De bonbon zal in de vorm helemaal afkoelen en kan daarna worden gegeten.


Lees ook